Het huurlingenleger van de broers Lodewijk en Hendrik van Nassau trekt vanuit Dillenburg langs de oostkant van de Maas, richting Mook. Een Spaans leger, onder aanvoering van don Sancho Dávila, is paraat en trekt aan de westkant van de Maas gelijktijdig mee op naar het noorden. De twee legeraanvoerders houden elkaar nauwlettend in de gaten. En deze twee legers, 7.500 huurlingen en 5.500 Spaanse soldaten zullen elkaar uiteindelijk treffen op de Mookerheide.
Waarom op de Mookerheide?
Eerst nog even een schets van de opmars van de legers. Huurlingen zijn geen lieverdjes. Veel van hen vechten alleen voor geld en anderen zijn geronseld en min of meer onder dwang onder de wapenen. Ze komen overal vandaan: van Vlaanderen, van de Gasconge, van Bohemen en velen vanuit het toenmalige Duitsland. Een bij elkaar geraapt zootje dus. Dit in tegenstelling het goed getrainde en gedisciplineerde Spaanse leger. Dit huurlingenleger trekt al plunderend en brandstichtend langzaam steeds meer in de richting van Mook. Reizigers uit die contreien komen met verschrikkelijke verhalen in Mook aan. De ontreddering in onze kleine dorpen moet groot geweest zijn. Dan gebeurt waar iedereen hier met grote angst naar toegeleefd heeft. Het huurlingenleger van de calvinistische opstandelingen trekt, op 13 april 1574, niet alleen ons kleine, pastoorgetrouwe dorp binnen maar de legerleiding besluit om hier ook te overnachten. De ellende is niet te overzien.
Ondertussen aan de Brabantse kant van de Maas
Het Spaanse leger trekt inmiddels verder aan de Brabantse kant van de Maas, steekt de rivier over tussen Overasselt en Grave en nestelt zich in de buurt van Heumen. De ervaren aanvoerder don Sancho Dávila heeft het terrein hier rond Mook goed gelezen. In die tijd, met een onbedijkte Maas, liggen de stroomgeulen van de rivier tussen Plasmolen en Mook tot aan de hellingen van de stuwwal. Bij hoogwater staat het gebied van de Riethorst blank en is daar een moerassig gebied met spaarzame droge verhogingen (de huidige ‘Maasduinen’). Even ná Mook, waar de Maas afbuigt naar het westen en de hellingen van de Stuwwal zich meer naar het oosten verheffen, bestaat een vlak stuk terrein. En precies daar besluit Sancho Dávila de twee broers van Nassau te stoppen in hun opmars.